Teylers Museum
Levendige wetenschap in het Teylers Museum
Vanaf de opening in 1784 tot het begin van de 20e eeuw was Teylers Museum een plek waar actief wetenschappelijk onderzoek werd bedreven en waar de resultaten getoond werden aan een breed publiek. Nobelprijswinnaar Hendrik Antoon Lorentz had zijn eigen laboratorium in Teylers Museum. Grote wetenschappers zoals Albert Einstein bezochten hem hier. Het museum werkt aan de restauratie en herinrichting van het pand. Het Gieskes Strijbis Fonds draagt bij aan het maken van exacte replica’s van de oude natuurkundige instrumenten en de ontwikkeling van de inhoudelijke educatieve programma’s. In mei 2017 gaan de deuren van dit Lab na jaren van onderzoek en verbouwing eindelijk open voor het grote publiek. De hedendaagse bezoeker kan dan even in de huid van de 18e eeuwse voorgangers kruipen en ervaren hoe elektriciteit ‘ontdekt’ werd. Dit was destijds zo spectaculair dat zelfs Napoleon er in 1811 speciaal voor naar Haarlem reisde.
In 2015 zijn er flinke stappen gezet. In november werd een belangrijke mijlpaal bereikt: het voltooien van het funderingsherstel van het hele complex. Onder de verschillende gebouwen is een betonlaag ‘gespoten’, zodat de bouwdelen ten opzichte van elkaar stabiel worden en niet langer ongelijkmatig verzakken. Daarna kon fase twee van start: de restauratie en herinrichting van het Lorentz Lab. Heel belangrijk in 2015 waren de proeven die gedaan werden met leerlingen. Voor de uitwerking van de educatieve programma’s wordt nauw samengewerkt met een aantal scholen. Via uitgebreide tests zijn nu een aantal natuurkundige apparaten uitgekozen waarvan replica’s worden gemaakt. Het duurt nu niet lang meer voordat leerlingen in de voetsporen van Lorentz en Einstein kunnen treden.